| Interview Mario Jacobs, gemeente Tilburg |
|
|
|
|
 |
| 'Niet alleen mooie dromen, maar ballen tonen en doorpakken' |
In het najaar van 2016 hebben de vijf grootste steden van Brabant (Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Tilburg) een gezamenlijk plan gepresenteerd voor de aanleg van nieuwe natuur binnen hun gemeentegrenzen. Samen beloofden zij om in de komende jaren 500 hectare nieuwe natuur en 40 kilometer aan ecologische verbindingszones te realiseren. Gaan de vijf steden die stevige ambitie waarmaken? “Ja”, zegt Mario Jacobs, wethouder van gemeente Tilburg en woordvoerder namens de vijf steden. “Het blijft wat ons betreft niet bij mooie woorden, we ondernemen concrete actie.”
Actie die volgens Mario Jacobs ook harder nodig is dan ooit. “De biodiversiteit in Brabant gaat schrikbarend hard achteruit. Kijk alleen al naar de afnemende insectenstand. Dat alleen is al een goede indicator van waar het met onze biodiversiteit naar toe gaat als we niks ondernemen.”
Ook om andere redenen vinden de vijf grootste Brabantse steden het belangrijk om te investeren in nieuwe natuur. “Onze inwoners willen graag een plezierige leefomgeving. Waar je kunt ontspannen, fietsen, wandelen en af en toe een biertje kunnen drinken.”
Een natuurrijke omgeving is ook economisch van belang, weet Jacobs. “Bij een topeconomie hoort een toplandschap én topnatuur. Uit onderzoek blijkt dat een groene omgeving een belangrijke vestigingsfactor is. Niet alleen voor wie hier willen komen wonen, maar ook voor bedrijven.”
Onlangs heeft Mario Jacobs, mede namens zijn collega-wethouders, op het provinciehuis mogen toelichten hoe het staat met de natuurambities van de vijf Brabantse steden. Bij die presentatie waren ook de gedeputeerden aanwezig. “De reacties waren enthousiast”, blikt Jacobs terug. “Alle aanwezigen realiseerden zich dat we iets unieks hebben gedaan door, samen met de provincie, de schouders te zetten onder de vervolmaking van het natuurnetwerk. Een opgave die jaren geleden door het Rijk over de schutting is gekieperd, maar die wij belangrijk genoeg vonden om zelf op te pakken. Wat wij doen gaat aan mooie dromen voorbij. Wij zijn er mee aan de slag gegaan.” Dat laatste beperkt zich niet tot de eigen stad. Er zijn ook gesprekken aangeknoopt met omliggende gemeenten om, daar waar dat mogelijk is, samen nieuwe plannen te ontwikkelen en zo een extra bijdrage te leveren aan de realisaties van het natuurnetwerk.
Hoe staat het met de plannen van de vijf steden zelf? Mario Jacobs: “We hebben een eerste, goede stap gezet. We beseffen dat het realiseren van onze plannen tijd kost. Er moet grond worden verworven, bestemmingsplannen moeten worden aangepast. Het belangrijkste is dat wij zien dat de wil om nieuwe natuur aan te leggen nog steeds aanwezig is.”
Of de inzet van de vijf gemeenten effect heeft, valt nu nog niet te beoordelen. “Biodiversiteit verbetert niet van de ene op de andere dag. Het vergt zeker twee tot drie jaar voordat je daadwerkelijk de impact van dat wat je nu doet gaat zien. Het is én blijft een kwestie van lange adem.”
Jacobs hoopt dat ook andere gemeenten in de komende tijd gaan aanhaken. “We hebben nog weleens de neiging om te denken vanuit wat níet kan en mag. Laten we daar mee stoppen. Kijk naar wat wél kan en realiseer je dat je er bij de uitwerking van jouw plannen niet alleen voor staat. Dat je kunt rekenen op de steun van anderen. Van collega-gemeenten, van terreinbeherende organisaties, van de provincie en van het Groen Ontwikkelfonds Brabant. Laten we het niet houden bij mooie woorden alleen, maar samen ballen tonen én doorpakken!”
De gebruikte afbeelding komt uit het bidboodk van de B5-steden en is gemaakt door Jeroen Helmer (ARK Natuurontwikkeling). |
|
|
|
|
|
|
|
